Elke streek had zijn eigen klederdracht
Klederdrachten zijn nagenoeg geheel uit het straatbeeld verdwenen. Maar in sommige streken draagt een deel van de bevolking nog wel kleding uit vroegere jaren en krijgt daarbij veel bekijks. Waar ook nog regelmatig dragers voorkomen is bij folkloristische evenementen. Maar ook dat is van bepaalde streken afhankelijk.
Uniforme kleding afgeleid van klederdracht
Van klederdracht afgeleide kleding wordt nog wel gedragen zoals bijvoorbeeld de uniforme kleding van koorleden. En uiteraard dragen veel verenigingsleden ook eenzelfde kleding wat meestal op uniformen lijkt zoals muziekgezelschappen en dergelijke.
Platteland achter bij steden
In plaats van klederdracht wordt ook wel gesproken over streekdracht omdat de dracht per streek verschillend is. De modellen van de klederdrachten die af en toe nog worden gedragen gaan soms vele tientallen jaren terug in de geschiedenis. Maar dat wil niet zeggen dat alle drachten jarenlang precies gelijk zijn gebleven. Klederdracht heeft zich veelal ontwikkeld uit de burgermode waarbij het platteland achterbleef bij de ontwikkeling van kleding in de steden.
Pompeus of sober
Grofweg kan onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde volksdrachten die teruggaan naar kleding uit de zeventiende eeuw en modedrachten die voortborduren op de mode van de negentiende eeuw. Soms maakte de dracht een ontwikkeling door waarbij de ooit eenvoudige dracht verworden is tot een pompeus kledingstuk met veel versieringen. Andere drachten bleven echter altijd sober.
In ere houden
Het in ere houden van klederdrachten is voor het grootste deel afhankelijk van gemotiveerde ouderen. Soms kunnen ze echter de jongere generatie verleiden om in klederdracht mee te doen met name tijdens bijzondere feesten zoals oogstdankfeesten, oktoberfeesten en
schuttersfeesten of dansvoorstellingen, optochten en folkloristische evenementen.
Verschillen en invloed religie
Nagenoeg alle streekdrachten kennen een verschil tussen doordeweekse en zondagse kleding. De zondagse kleding was uiteraard bedoeld om naar de kerk te gaan en was daarom veel mooier en fraaier versierd. Een eigenaardigheid was dat zondagse kleding niet gewassen mocht worden. Zodra dit toch noodzakelijk was mocht die niet meer op zondag worden gedragen maar schoof door naar de doordeweekse dagen. Drachten stonden soms onder invloed van de religie waardoor er bijvoorbeeld verschillen waren in de kleding van protestanten en katholieken.
Typische kenmerken per streek
Naast kenmerken die typisch zijn voor een bepaalde streek, zoals de
Brabantse poffer, zo is er ook verschil in de versieringen van de klederdrachten. Een voorbeeld hiervan is het verschil tussen het Zeeuwse
oorijzer en dat uit Friesland.