Naam, straat, huisnummer, plaats en land als adreselementen
Een adres vinden is vanaf het begin van de twintigste eeuw geen probleem meer. TomTom instellen en rijden maar. Dat was ooit heel anders. Er was namelijk een tijd dat straten geen naam hadden en huizen en gebouwen geen nummer. Daar kwam langer geleden bij dat ook de bewoners geen naam hadden. Maar in latere tijden werd de adressering op een aantal elementen gebaseerd.
Locaties aangeven met een adres
Waar iemand woont wordt aangegeven met een adres maar ook een gebouw heeft een adres. Het adres is onder meer bedoeld om een locatie makkelijk te kunnen vinden.
- Adres op brief: Een adres op een brief begint met de naam van de persoon, daarna volgt de straat en woonplaats en eventueel het land.
- Postcode: In Nederland is het gebruikelijk om ook de postcode in het adres op te nemen welke een unieke plek aangeeft. In combinatie met het huisnummer is de postcode zelfs voldoende om een poststuk te laten bezorgen.
- Verkort adres: De combinatie van postcode en huisnummer kan daarom een verkort adres genoemd worden. Veel mensen gebruiken deze verkorte weergave om de afzender aan te geven.
- Combinatie met persoonsgegevens: Op formulieren wordt een adres dikwijls gecombineerd met persoonsgegevens.
- Zelfde plaatsnamen: In België komen diverse plaatsnamen in meerdere provincies voor. Om die reden is het noodzakelijk ook de postcode in het adres te vermelden.
- Plaatsnaam als straatnaam: Bij straten in Nederland die geen naam hebben wordt de plaatsnaam als straatnaam beschouwd. Dit komt hier en daar op het platteland voor. In België is dit het geval bijvoorbeeld bij dorpen in de Ardennen en de Hoge Venen.
Herkenning door gevelstenen
In de tijd dat er nog geen straatnamen en huisnummers bestonden werden ter herkenning
gevelstenen gebruikt. Afbeeldingen en opschriften gaven informatie over de bewoners. Gevelstenen zijn vooral ontstaan vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw. Veel gevelstenen zijn nog bewaard gebleven vooral in
Amsterdam en Maastricht.
Herkenning door straatnamen en huisnummers
Straatnamen en huisnummers werden in Nederland pas in de negentiende eeuw ingevoerd en door middel van bordjes op de gevels aangegeven. Dikwijls werden namen die in de volksmond al gebruikelijk waren de officiële namen. Ook kwam het voor dat de straat werd vernoemd naar een gevelsteen die zich al aan een huis bevond. Zo was bijvoorbeeld in Maastricht de gevelsteen “In den Moriaan” uitgangspunt voor de Morenstraat.
Verplichte familienamen onder Napoleon Bonaparte
Familienamen komen al voor vanaf de
middeleeuwen. Het was Napoleon Bonaparte die vanaf 18 augustus 1811 verplicht stelde dat iedereen in het Koninkrijk der Nederland zich met een achternaam liet registreren. Hoewel velen al een achternaam hadden was het vóór die tijd niet verplicht er een te voeren. Het verplicht stellen van het voeren van een naam hield verband met het introduceren van de Burgerlijke Stand. Bij die Burgerlijke Stand hoorde het bijhouden van een bevolkingsregister waarin geboorten, sterften en huwelijken werden opgenomen. Overigens werd bij het verplicht stellen dikwijls de naam vastgelegd die daarvoor al werd gebruikt.
Familienamen in verschillende delen van Nederland
Op het moment dat Napoleon het voeren van namen voor het hele Koninkrijk der Nederlanden verplicht stelde waren familienamen in de Zuidelijke Nederlanden al gebruikelijk. Daar was de Burgerlijke Stand ook al in 1796 ingevoerd. In de Noordelijke Nederlanden hadden mensen op het platteland dikwijls wel al een familienaam maar daarbij werd een kind meestal naar de vader genoemd. Op die manier stond de achternaam (van de vader) slechts één generatie vast.