Veel gebouwen met ander gebruik dan oorspronkelijke functie
Veel gebouwen zijn ooit neergezet met een bepaald gebruiksdoel. Lang niet altijd is dat doel door de jaren heen hetzelfde gebleven. Functies verdwenen waardoor gebouwen overbodig werden. Afbreken was kapitaalsvernietiging of verdwijnen van karakteristieke en dikwijls beeldbepalende gebouwen. In een aantal gevallen werd afbreken tegengegaan doordat het gebouw tot monument werd verklaard en bescherming ondervond. Maar dikwijls werd gezocht naar een nieuwe bestemming. In veel gevallen was dan een verbouwing of aanpassing noodzakelijk.
Industriële gebouwen
Soms betreft het gebouwen die met de industrie te maken hebben. Door het verdwijnen van een industrie of het verdwijnen van belangstelling naar bepaalde producten kunnen gebouwen overbodig worden. Ook kan een noodzakelijke andere productiewijze tot onbruikbaarheid van bepaalde ruimten leiden. Maar in plaats van afstoten van ruimten kunnen ze dikwijls een andere functie krijgen. Een voorbeeld is de beeldbepalende
Philipstoren in Eindhoven. De oude testfabriek voor gloeilampen die oorspronkelijk in de toren was gevestigd werd ooit het hoofdkantoor van de lichtdivisie en werd weer later zelfs een hotel.
Kerkgebouwen
Voorbeelden van gebouwen die voor een deel sinds de tweede helft van de twintigste eeuw een heel andere functie hebben gekregen zijn
kerken. Dat heeft alles te maken met het teruglopen van het kerkbezoek waardoor veel kerken niet meer financieel gerund kunnen worden. Kleine kerkjes vinden soms nieuwe eigenaren in de kunstenaarswereld en worden gebruikt als expositieruimte al dan niet gecombineerd met woonruimte of werkruimte. De grotere kerkgebouwen zijn soms in gebruik als partycentrum wat meestal niet door de vroegere kerkgangers wordt gewaardeerd.
Van bierbrouwerij naar aardewerkfabriek
Er zijn ook voorbeelden waarbij een geheel andere industrie in het gebouw werd gevestigd. Een voorbeeld is het verdwijnen van de productie van
bier in bedrijven die gevestigd waren aan de grachten van Delft. Door vervuiling van het grachtwater verdwenen aan het eind van de zeventiende eeuw de bierbrouwerijen en werd een deel van de gebouwen gebruikt als
aardewerkfabrieken en plateelbakkerijen.
Totaal afwijkende functie dan oorspronkelijke
Soms is de functie van een gebouw totaal afwijkend van de oorspronkelijke. Niet zoveel voorkomend maar een duidelijk voorbeeld is de verbouwing van een
watertoren tot woonhuis. Watertorens ontstonden in de negentiende eeuw maar worden anno 2018 voor een groot deel niet meer als zodanig gebruikt. Omdat ze dikwijls een zeer
opvallende architectuur hebben zijn er enthousiaste kopers die met behoud van de karakteristieken er toch een prettig woonverblijf van kunnen maken. Het behoud van die karakteristieken is soms ook gewaarborgd doordat het bouwwerk onder
monumentenzorg valt.
Historische bouwwerken
Historische bouwwerken worden dikwijls ook voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor ze gebouwd zijn. Veel steden kennen een
hofje dat ooit bewoond werd door de zogenaamde
begijnen. Tegenwoordig hebben studenten de plaats ingenomen van de begijnen en vinden daar alle rust om hun studie tot een goed einde te brengen. Andere historische bouwwerken zijn bijvoorbeeld
kazematten. Moderne kazernes met bijgebouwen bieden heel wat meer comfort dan de kazematten van vroeger waar nog overblijfselen van te vinden zijn. Een aantal van die overblijfselen en eveneens diverse andere historische gebouwen hebben de functie van
museum gekregen.
Kantoorpanden
Anno 2018 staan veel kantoorpanden leeg en worden er plannen gesmeed om ze om te bouwen tot woonruimten. Vooruitlopend daarop krijgen de gebouwen soms een tijdelijke functie en worden bijvoorbeeld gebruikt voor de huisvesting van vluchtelingen.