Gebouwen van bijzondere architectuur
Een kerk, als gebouw waar mensen vanuit een bepaald geloof bijeenkomen om een kerkdienst te volgen en te bidden, staat meestal op een centrale plek zoals het centrum van een stad, stadsdeel of dorp. In principe is iedereen welkom in een kerk ook al behoort iemand tot een ander geloof. Gelovigen van een ander geloof zijn wel uitgesloten van bepaalde behandelingen zoals bijvoorbeeld in de katholieke kerk het ontvangen van de communie.
Verschillende types van kerken
Namen
Het woord kerk komt uit het Grieks kyriakon dat huis des Heren betekent. Een andere naam voor kerk is bedehuis, gebedshuis of Godshuis. Een speciale benaming voor een kerk is kathedraal of basiliek.
Kathedraal
Een kerk waar een bisschop zetelt wordt kathedraal genoemd waarvan de naam is afgeleid van ecclesia cathedralis wat kerk van de zetel betekent. De kathedraal is de belangrijkste kerk van het bisdom en is vaak bijzonder van architectuur met zeer veel versieringen.
Basiliek
Een basiliek was oorspronkelijk de benaming voor een kerk in bouwvorm van klassieke oudheid of in romaanse of gotische stijl. Tegenwoordig is de naam basiliek ook een erenaam ook al voldoet de architectuur niet aan de oorspronkelijke eisen. De titel basiliek wordt door de paus aan een kerk gegeven en wordt bijvoorbeeld toegekend als de kerk een bijzondere historische betekenis heeft of een bedevaartsoord is. Een kathedrale kerk kan ook de status van basiliek krijgen zoals de Kathedrale Basiliek van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch.
Architectuur en decoratie
Kerken worden door de eeuwen heen gekenmerkt door bijzondere architectuur en versieringen met sculpturen, wandbe
schilderingen en plafondbeschilderingen. Ook hebben veel kerken beeldhouwwerken van onder meer heiligen. Het
kerkmeubilair is meestal zeer decoratief uitgevoerd zoals het altaar, antependium, predella en retabel. Eveneens van bijzonder schoonheid is in het algemeen het front van het kerkorgel dat tijdens erediensten wordt bespeeld ter begeleiding van de koorzang en volkszang maar waar ook solostukken of composities voor orgel met andere
instrumenten op worden uitgevoerd.
Grot van Sint Petrus
De eerste ruimte in de geschiedenis die als kerk kan worden aangerekend is de Grot van Sint Petrus die zich bevond waar nu de stad Antiochië ligt. Sint Petrus stichtte op die plek rond 40 na Christus een christelijke gemeenschap. Tussen 1098 en 1268 bouwden de
kruisvaders een kerk in de grot die in de negentiende eeuw werd gerestaureerd door de Kapucijner monnikenorde die nog steeds beheerders zijn van de kerk. Vanaf 1983 wordt de grot van Sint-Petrus door het Vaticaan als officieel heiligdom beschouwd.
Voor en na Constantijn de Grote
De tijd vóór het Edict van Milaan waren de kerken ruimten waar heimelijke samenkomsten plaatsvonden (ook wel huiskerken genoemd). Pas na het Edict van Milaan in 313 bestond er vrijheid van godsdienst en werden de christelijke kerken in het Romeinse Rijk gelegaliseerd. Onder stimulans van keizer Constantijn de Grote verschenen steeds meer kerkgebouwen. Die gebouwen hadden oorspronkelijk allerlei vormen maar vanaf de tweede helft van de vierde eeuw kregen de kerken de bouwvorm van een basiliek. Later ontstonden kerkgebouwen met steeds meer drang naar verticale vormen zoals torens.
Stijlen na elkaar
Vanaf de twaalfde eeuw werd de Romaanse stijl verdrongen door de gotiek met hoge en goed
verlichte kerken. In de hoogte bouwen werd een soort wedloop tussen de bouwers wie het hoogst kwam. De gotische stijl bleef in zwang tot ver in de zestiende eeuw. Na de gotiek volgde de renaissance, de barok en het classicisme. Weer later grepen
architecten terug naar neostijlen en werd vooral de neogotiek tot ver in de twintigste eeuw veelvuldig toegepast. Later in de twintigste eeuw ontstonden allerlei kerkvormen in de stijlen zoals ook aan andere gebouwen vorm werd gegeven.